Eanor liep naar zijn kamer.
Er verscheen een raaf in zijn raam.
Hij schreef voor zijn eigen.
morgen ga ik naar het bal voor lightflower.
Ze is heel erg vriendelijk voor me ook heel lief.
Ik voel miscchien wel wat voor haar.
Hij legde zijn brief weg.
Er verscheen een raaf in zijn raam.
Hij schreef voor zijn eigen.
morgen ga ik naar het bal voor lightflower.
Ze is heel erg vriendelijk voor me ook heel lief.
Ik voel miscchien wel wat voor haar.
Hij legde zijn brief weg.